Het neerstorten van een Junkers Ju 188
Het onderzoek naar de aanwezigheid van explosieven kan heel complex zijn en het kost af en toe veel inspanning om de onderste steen boven te krijgen. In de meeste gevallen is het combineren van bronnen de manier erachter te komen wat er precies op een projectlocatie is gebeurd. In het voorbeeld van dit bericht gaat het om een vliegtuigcrash, meer specifiek het neerstorten van een Junkers Ju 188. In het politierapport dat destijds werd opgesteld, valt te lezen wat er gebeurde. Het toestel zou ‘op een weide aan de Voortsweg’ zijn neergekomen. Op zich is deze locatiebeschrijving redelijk specifiek, echter niet specifiek genoeg als het aankomt op een explosievenonderzoek: om te kunnen bepalen in hoeverre een gebeurtenis van invloed is geweest op een gebied waarbinnen gebouwd of gegraven zal gaan worden, moet een gebeurtenis daadwerkelijk aan een exacte locatie gekoppeld kunnen worden. In dit voorbeeld boden luchtfoto’s, van een dag na de vliegtuigcrash, uitkomst.
Voor de bemanning van de Junkers liep het voorval erg slecht af, twee leden van de bemanning (Feldwebel Fischer en Unteroffizier Neitzke) waren waarschijnlijk op slag dood en de andere twee leden (Feldwebel Mayer en Oberleutnant Müller) kwamen later te overlijden aan hun opgelopen verwondingen. Volgens het politierapport van de gemeente Enschede raakte het toestel eerst enkele bomen, waarna het neerstortte in het weiland.
Van het neerstorten van dit Duitse vliegtuig is tegenwoordig niets meer te zien, wat eens weiland was bestaat tegenwoordig uit een woonwijk. Op luchtfoto’s van 30 maart 1944 is het toestel wel te zien, opvallend goed. Op de foto valt te zien dat de bommenwerper nadat het aan de grond kwam, nog een stuk doorschoof over het weiland voordat het tot stilstand kwam. De Ju 188 zelf ziet er opvallend onbeschadigd uit, op de staart na: als we niet beter zouden weten dan lijkt het haast een noodlanding te zijn geweest waarbij mens en machine er relatief ongeschonden vanaf zijn gekomen.
De Junkers Ju 188 was een middelgrote tweemotorige Duitse bommenwerper, het type werd in 1940 voor het eerst gevlogen. De bommenwerper was herkenbaar aan de smalle romp, spitse vleugels en een karakteristieke neus met glazen koepel.