Ontplofbare oorlogsresten in de kuststreek
Vanaf april 1942 wordt het kust- en duingebied van Nederland door de Duitsers tot verboden terrein verklaard. Vandaag, 20 april, markeert het eerste Duitse bevel tot ontruiming. Meer dan 350.000 Nederlanders werden hun huis uit verdreven.
Sperrgebiet
Inwoners van de kuststreek kregen slechts één dag om hun spullen te pakken en de huissleutel in te leveren. Dit abrupte vertrek had alles te maken met de aanleg van de Atlantikwall. Deze Duitse verdedigingslinie liep van Noorwegen, via Denemarken, Duitsland, Nederland en België naar Frankrijk tot aan de grens met Spanje. De linie, bestaande uit bunkers, kanonnen en mijnenvelden, was bedoeld om het bezette gebied te beschermen tegen een invasie over zee. Duitsland vreesde een dergelijke aanval nadat de Verenigde Staten Duitsland de oorlog verklaarden in december 1941.
Dit maakte de kuststrook Sperrgebiet: verboden voor Nederlandse burgers. Het betreden van dit gebied, of geen gehoor geven aan het evacuatiebevel, kon tot een celstraf van 6 maanden leiden.
Mijnenvelden
Na de Tweede Wereldoorlog is het grootste gedeelte van de Atlantikwall afgebroken. Toch zijn er vandaag de dag nog meerdere bunkers te bezichtigen in de kuststreek. De betonnen kolossen zijn echter niet de enige overblijfselen van de verdedigingslinie. De aanleg en bezetting van de Atlantikwall ging gepaard met grootschalige militaire aanwezigheid. De bunkers en stellingen vormden een geliefd doelwit voor geallieerde bommenwerpers. Ook mijnenvelden maakten onderdeel uit van de verdedigingslinie. Vrijwel de gehele Nederlandse kuststrook lag bezaaid met Duitse landmijnen. De gevaarlijke taak van het ruimen van deze mijnenvelden kwam in de bevrijde gebieden voor een groot gedeelte bij Duitse krijgsgevangenen te liggen. Ruim tweehonderd Duitse krijgsgevangenen en meer dan vijftig Nederlandse militairen komen na de oorlog om bij het ruimen van mijnen.
Waarom was het belangrijk dat dit probleem werd opgelost?
Een aannemer heeft de verplichting om dat onderzoek uit te voeren als daar de noodzaak voor is. Op een moment dat een aannemer niks vraagt en hij gewoon aan de slag gaat, is er geen man over boord, zolang er niks gebeurd en niks wordt aangetroffen. Dat willen we echter niet. Met onze inzet en facilitering doen we het maximale. Die zekerheid heb je immers in ons Limburgse gebied en in het bijzonder de gemeente Eijsden-Margraten niet! En zo ontstond door deze twee projecten de noodzaak voor een gemeentebreed historisch bodemonderzoek.
Ontplofbare oorlogsresten
Ondanks deze naoorlogse ruimingen, worden er nog steeds mijnen en andere gevaarlijke ontplofbare oorlogsresten in het gebied van deze voormalige linie gevonden. Gezien de grootschaligheid van de verdedigingslinie langs de Nederlandse kust, is het niet verwonderlijk dat ter plaatse van badplaatsen nog regelmatig gevaarlijke munitie naar boven komt. Strandgasten stuiten bijvoorbeeld op granaten, of vinden achtergelaten munitie. Onlangs verrichtte BeoBOM een historisch vooronderzoek naar achtergebleven ontplofbare oorlogsresten in de Lampzinspolder te Nieuwvliet – voorheen onderdeel van de Atlantikwall. Op basis van dit onderzoek werd door Euroradar vervolgens een opsporingsproces uitgevoerd, waarbij diverse soorten granaten en vliegtuigbommen werden aangetroffen. Deze zijn allen in samenwerking met de EODD en gemeente Sluis geruimd.
De maatregelen van april 1942 laten nog steeds gevaarlijke sporen na in het landschap, welke door historisch onderzoek en detectiewerk zichtbaar worden.