Risicokaart conventionele explosieven gemeente Kampen
BeoBOM heeft opdracht gekregen voor het opstellen van een CE Risicokaart voor de gemeente Kampen. Op deze risicokaart wordt aangegeven waar mogelijk onontplofte explosieven uit de Tweede Wereldoorlog kunnen zijn achtergebleven. Op deze manier kan de gemeente Kampen voorkomen dat toekomstige bodemroerende werkzaamheden vertraging oplopen of dat er ongelukken gebeuren met achtergebleven oorlogsresten. Door een combinatie van archiefonderzoek, literatuur en een analyse van luchtfoto’s, worden alle gevechtshandelingen binnen de gemeente Kampen gereconstrueerd.
Frontstad
Kampen, gedurende de oorlog bestaande uit de gemeenten Kampen, IJsselmuiden en een klein stukje van Zwollerkerspel, heeft een diverse oorlogsgeschiedenis. Aan de ene zijde ziet men de meidagen van 1940, met Kampen als frontstad in de IJssellinie. In de middag en avond van 10 mei 1940 vinden er dan ook verscheidene oorlogshandelingen plaats: de IJsselbrug wordt gesprongen, soldaten schieten over en weer over de IJssel, Nederlands geschut bestookt Duitse troepen in de buurt van IJsselmuiden en een Duits vliegtuig wordt bij Wilsum neergehaald. Aan de andere zijde ziet men, zoals een verzetsrapport het stelt, een ‘dode hoek in de IJssellinie’ later in de oorlog. Grootschalige gevechten vonden er binnen of rondom gemeente Kampen niet plaats, ongeacht het feit dat de IJssel een goede barrière vormde tegen de geallieerde opmars.
Overvliegroute
Wat Kampen in het midden van de oorlog lijkt te kenmerken is de gemeente als overvliegroute: geallieerde vliegtuigen op weg naar Duitsland vlogen met regelmaat over het gebied. Enkelen hiervan werden neergehaald of lieten hun bommen boven het grondgebied van de gemeente vallen als zij probeerden om aan Duitse nachtjagers of geschut te ontkomen. Het is gedurende een van deze vliegtuigcrashes dat het plaatsje Grafhorst, gelegen in het noordelijk deel van de gemeente, aan een ramp ontsnapt, zoals een krantenartikel uit 1965 dat stelt.
In de nacht 12 op 13 juni 1943 vliegt een AVRO Lancaster, een zware Britse bommenwerper, over de gemeente. Het toestel is met zijn bommenlast op weg naar Bochum, in Duitsland, als het onderschept wordt door een Duitse nachtjager. De jager slaagt erin om de bommenwerper neer te halen. Midden in de nacht, zo rond 02:30 uur, stort het toestel neer in het Ganzendiep, ter hoogte van het plaatsje Grafhorst. Wanneer mensen uit het raam kijken om te zien wat het lawaai heeft veroorzaakt, zien zij een vuurzee op het Ganzendiep. Men vreest voor explosies van de aan boord mogelijk aanwezige munitie. De Grafhorstenaren weten dat het vliegtuig nog een bommenlast bij zich had, aangezien er binnen het dorp zelf ook enige brandbommen worden gevonden, welke brandjes veroorzaken. Deze worden echter snel geblust. Eén Grafhorstenaar zou in zijn nachthemd naar buiten zijn gerend, een schep zand vastgehouden hebben met het hemd en deze over een brandbom gegooid hebben die in zijn slaapkamer was beland. Uiteindelijk lijkt de schade mee te vallen voor de Grafhorstenaren. Voor de bemanning van de Lancaster is dit echter niet het geval: zes van hen verliezen het leven, de zevende overleeft maar wordt gevangengenomen door de Duitsers.
Ramp
Dat Grafhorst een enorme ramp bespaard is gebleven blijkt pas tien jaar later. In 1952 wordt er een onderzoek ingesteld naar het vliegtuigwrak van de Lancaster. Daarbij wordt, in het jaar daarop, op de bodem van het Ganzendiep een bom ontdekt van 4.000 lb, oftewel 1.800 kg. Zware bommen van dit gewicht werden vaak gebruikt bij aanvallen op Duitse steden of industrie. Was de Lancaster net even zuidelijker neergestort en was de bom ontploft, dan had deze ongetwijfeld een ravage aangericht in het kleine Grafhorst. Het plaatsje, waarvan het straatbeeld zelfs nu nog het gevoel van een kleine, hechte gemeenschap uitstraalt, zou nooit meer hetzelfde zijn geweest.
Antwoorden
Op verscheidene momenten in de jaren na de crash worden in het Ganzendiep nog 30lb fosforrubberbrandbommen aangetroffen die eens deel uitmaakten van de bommenlast van de Lancaster. De laatste keer was in 1996. De vraag is natuurlijk of er nog meer bommen zijn, of dat sinds de oorlog allemaal weggehaald zijn. Een vraag, zoals bij vele gebeurtenissen in en rondom Kampen, waarop BeoBOM een antwoord hoopt te kunnen geven in de risicokaart. Het verhaal van de Lancaster bij Grafhorst lijkt kenmerkend te zijn voor het verhaal van Kampen in de oorlog. Hoewel de gemeenten die nu deel uitmaken van de gemeente Kampen meerdere malen aan de rand van het gevaar hebben gestaan, is het alles beschouwd meegevallen. Kampen bleef grootschalige vernielingen door bombardementen, zoals in veel Nederlandse steden gebeurde, bespaard. Dat is echter een feit dat, getuige de tientallen ruimingen van explosieven binnen de gemeente(n) sinds de oorlog, niet wil zeggen dat er geen gevaar is achtergebleven.
Deze zaken zijn door BeoBOM verwerkt in de gemeentelijke risicokaart.