Hulde aan de mislukking
Hulde aan de mislukking
Tachtig jaar geleden begon operatie Market Garden, een van de meest besproken episodes uit de Tweede Wereldoorlog. De strijd van de geallieerde luchtlandingstroepen om de bruggen tussen Eindhoven en Arnhem spreekt nog enorm tot de verbeelding. Maar waarom?
Allereerst moest Market Garden het einde van de oorlog in zicht brengen. Na een opmars over de Nederlandse rivieren kon een aanval naar het Duitse Ruhrgebied én richting Berlijn worden gelanceerd. Voor Kerstmis 1944 zou de hel van de Tweede Wereldoorlog voorbij zijn.
De inzet was dus groot, ook in letterlijke zin. Tijdens de operatie kwamen 35.000 Amerikaanse, Britse en Poolse luchtlandingstroepen in actie. Ook enkele Nederlandse commando’s namen aan de strijd deel. Ruim 20.000 airborne-troepen daalden neer per parachute, terwijl zweefvliegtuigen nog eens 15.000 man, 1700 voertuigen en zo’n 300 stukken geschut aan de grond brachten.
Dat alles vergde veel moed. De luchtlandingstroepen moesten dagenlang geïsoleerd en dus zelfredzaam achter de vijandelijke linies optreden. Bevoorrading kon alleen via de lucht. Het was als ademen door een rietje.
De operatie werd zoals bekend een ‘glorieuze Britse mislukking’, een gebeurtenis die alle ingrediënten van een grootse tragedie bevat. De 150.000 man sterke grondtroepen beukten bij de Nederlands-Belgische grens door de Duitse linies, maar konden uiteindelijk geen aansluiting maken met de Britse parachutisten in de ‘heksenketel’ van Arnhem en Oosterbeek. Zij gingen daar strijdend ten onder.
De romantiek van een gedurfd plan, waarbij grondtroepen tegen de klok racen om de belegerde luchtlandingstroepen te ontzetten, verfilmde Richard Attenborough in 1977 met een ware sterrencast in A Bridge Too Far, een klassieker in menig opzicht.
Nu zijn de rollen evenwel omgedraaid. Niet de acteurs, maar de veteranen staan deze weken in de schijnwerpers – voor enkelen vast de laatste keer – hun broze handen beurs geknepen met lof en waardering. Lest we forget.