Het Nederlandse No. 320 Squadron & D-Day
Het Nederlandse No. 320 Squadron & D-Day
“Het is 00.25 uur van D-Day; remmen los, tweemaal 1700 pk trekken ons de lucht in. Klimmen op koers, kust is soms te zien, navigatie lichten uit, action stations: bommen gaan op scherp, mitrailleurs klaar. We zien door de flarden bewolking het zog van vele schepen en ook flitsen. (…) Pas de Calais komt op, zetten koers naar Normandië. Ieder voor zich verwerkt de spanning, ik neurie. We zien Dakota’s; dat moeten para’s zijn. Ik bedenk me: je zal maar para zijn en in het donker moeten springen en vraag me af: ben ik bang? Ja, dat ben ik. Schietgebedje helpt. Ik check onze positie en zeg hoogte te verliezen en de wolken in te gaan. We zijn er bijna.”[1]
[1] K. Leebeek, ‘D-Day 6 juni 1944: Invasie Normandië, RAF 320 (Dutch) Squadron was erbij’ in Spinner: Uitgave van de Stichting Vrienden van de Militaire Luchtvaart Collectie nr. 53 (Juli 2024) 5 -11, aldaar 9.
Met de bovenstaande woorden beschrijft de toenmalige Officier-vlieger der 3e klasse Hans van der Kop zijn handelen gedurende de nacht van 5 op 6 juni 1944. Als waarnemer van de Squadron-commandant van RAF No. 320 ‘Dutch’ Squadron maakt hij met twaalf ‘Nederlandse’ B-25 Mitchell bommenwerpers onderdeel uit van het voorprogramma van de D-Daylandingen. De Nederlandse vliegeniers hebben deze nacht een duidelijk doel; om een snelle Duitse reactie op de geallieerde landingen onmogelijk te maken, moeten de bruggen over de Normandische rivieren de Orne en Dives worden gebombardeerd. Echter blijkt tot teleurstelling van de Nederlanders de eerdere voorspelling van de Meteo-officier waarheid te worden. De weersomstandigheden boven Normandië zijn deze nacht zo slecht dat de bruggen nauwelijks zichtbaar zijn. Met de woorden “vervloekte wolken” uit Hans van der Kop zijn frustratie als ook de tweede aanvalsrun vroegtijdig moet worden afgebroken.[1] De twaalf Nederlandse Mitchells zetten uiteindelijk weer koers richting thuisbasis Dunsfold met elk hun bommenlast van acht 500 Ibs General-Purpose bombs nog op zak. [2]
[1] K. Leebeek, ‘D-Day 6 juni 1944’, 9.
[2] E. van Loo, ‘Eenige Wakkere Jongens’: Nederlandse oorlogsvliegers in de Britse luchtstrijdkrachten 1940-1945 (Amsterdam 2013) 226.
De “vervloekte wolken” zouden in de weken na D-Day niet nogmaals de pret voor de Nederlandse bemanningen bederven. Want wie de persoonlijke dossiers of Operation Record Books van het No. 320 Squadron erop naslaat, leest over succesverhalen met o.a. tactische bombardementen op infrastructuur en welverdiende medailles.[1] Maar deze successen hadden ook een belangrijke keerzijde. De routine van soms wel twee of drie bombardementsvluchten per dag boven vijandelijk gebied vergden zowel lichamelijk als geestelijk veel van de Nederlandse bemanningen. Alleen al in de maand juni van 1944 gingen elf Mitchells door vijandelijk vuur en ongelukken verloren, waarbij 25 Nederlandse bemanningsleden het leven lieten.[2]
[1] The National Archives, AIR 27 / 1714.
[2] The Wartime Memories Project: No. 320 (Netherlands) Squadron Royal Air Force during the Second World War, www.wartimememoriesproject.com/ww2/allied/royalairforce/sqdview.php?pid=517
Van de Nederlandse koopvaardij-en marineschepen als onderdeel van de geallieerde armada tot de landing van de Prinses Irene Brigade op 8 augustus 1944 bij Arromanches; de Nederlandse betrokkenheid vóór en ná D-Day was een van vele gezichten. De beschrijving van het ‘mislukte’ bombardement door No. 320 ‘Dutch’ Squadron in de nacht voorafgaand aan D-Day past in dit rijtje van moedige en persoonlijke verhalen. Eén die exact 80 jaar na dato het waard blijft om in de geschiedenis te herhalen.