Inundatie
Het water als wapen
Door M. Nieuwenhuizen
Op 17 april 1945 wordt rond vier uur ’s ochtends de burgemeester van de Noord-Hollandse gemeente Wieringermeer uit zijn bed gebeld. De Duitse autoriteiten delen hem mede dat binnen enkele uren de Wieringermeerdijk zal worden opgeblazen.[1] Terwijl de evacuaties in de polder nog in volle gang zijn, voegen de Duitsers om 12:15 uur daad bij het woord en klinken twee luide klappen. Op het moment van de dijkdoorbraak bedraagt de waterstand op het IJsselmeer 0,12m+NAP, terwijl het maaiveld in de Wieringermeer op zo’n 3,50m-NAP ligt.[2] Het wassende water weet dan ook in razend tempo zijn weg te vinden in de Wieringermeerpolder. Het zou tot begin 1946 duren voordat de polder weer voor de lokale bevolking begaanbaar is.[3]
[1] J.J. Bosman en P.C. Bosman, De polder onder water: het verslag van de onderwaterzetting van de Wieringermeerpolder in 1945 (Leeuwarden 1995) 31-33.
[2] O. Hoes, ‘Inundatie van de Wieringermeer in april 1945: reconstructie van de dijkdoorbraak en overstroming’ in Tijdschrift voor Waterstaatgeschiedenis 20;2 (2011) 62-74, aldaar 62.
[3] B.A. Blijdorp, 1940-1945: de Wieringermeer in de bezettingsjaren (Middenmeer 2007) 194.

Van de Tachtigjarige Oorlog tot het Rampjaar 1672; de Nieuwe Hollandse Waterlinie in de twintigste eeuw of de IJssellinie in de Koude Oorlog; onze vaderlandse geschiedenis gaat hand in hand met het gebruik van het water als wapen. Ook bij BeoBOM stuiten onze historische onderzoekers vaak op projectgebieden die gedurende de Tweede Wereldoorlog met inundaties te maken kregen. Ten tijde van de Duitse capitulatie in mei 1945 stond zelfs 10% van de gehele Nederlandse bodem onder water.[1] Hoewel het leeuwendeel van deze inundaties als gevolg van Duitse vernielingen ontstond, zijn ook enkele voorbeelden van inundaties als gevolg van geallieerd oorlogsgeweld te benoemen. Zo zorgde het Britse bombardement op 3 oktober 1944 op de zeedijk te Westkapelle voor een onderwaterzetting van het Zeeuwse eiland Walcheren.
Een inundatie kan gevolgen hebben voor de mogelijke aanwezigheid van Ontplofbare Oorlogsresten binnen een projectgebied. Zo kunnen kraters zijn dichtgeslibd of landmijnen zijn weggespoeld. Daarom brengen onze historische onderzoekers bij de uitvoering van een Onderzoek Conflictperiode graag voor u de gevolgen van een mogelijke onderwaterzetting in beeld middels relevant luchtfoto- en kaartmateriaal.
Grondig vooronderzoek begint bij BeoBOM.
[1] E. van Blankenstein, Defensie- en oorlogsschade in kaart gebracht:1939-1945 (Zeist 2006) 38-39.